Vaatwassers

Dat afwassen als een vervelend klusje wordt beschouwd, is niet iets van de laatste tijd. Al in 1850 vroeg een zekere Joel Houghton een patent aan voor een machine voor het wassen van servies en bestek, en in 1893 presenteerde Josephine Cochrane haar eerste afwasmachine. Deze moest je met de hand aandrijven, maar je hoefde in elk geval niet zelf de etensresten van je bord te schrobben. In de jaren 20 van de vorige eeuw kwamen er machines die je kon aansluiten op de waterleiding en riolering en in 1940 kwam er een machine die ook zelf kon drogen. In de jaren 70 en 80 van de vorige eeuw drong de elektrische vaatwasser door in de West-Europese huishoudens, en ook in de horeca werd de vaatwasser met open armen ontvangen.

De basis van de vaatwasser is vanaf de eerste prototypes dus nauwelijks veranderd en bestaat uit een behuizing met aan de voorkant een deur die je naar beneden openklapt. Binnenin bevinden zich meestal twee uitschuifbare rekken, waar je de vaat in kunt zetten. Een ronddraaiende sproeier spuit heet water en reinigt daarmee de vaat. Vaatwassers zijn er in allerlei soorten en maten: er zijn inbouwvaatwassers en vrijstaande vaatwassers verkrijgbaar. Een vaatwasser inbouw gaat op in je keuken en zie je niet als de deur dicht is. Veel keukens zijn uitgerust met een inbouwvaatwasser, voor kleinere huishoudens is er ook een smalle kleine vaatwasser verkrijgbaar en voor als je weinig ruimte in je keuken hebt, is er zelfs een mini vaatwasser verkrijgbaar, die soms zo klein is dat hij in een keukenkastje past. Het formaat van je vaatwasser wordt meestal aangegeven met het aantal couverts dat erin past. Een couvert staat voor een bord en bestek voor een persoon. Een vaatwasser met een standaardformaat (ca 80 tot 85 cm hoog en 60 cm breed) biedt plaats aan 12 tot 15 couverts.