Waterkokers

Het klinkt wellicht tegenstrijdig, maar hoe hoger het vermogen van je waterkoker, hoe energiezuiniger hij is. Dat komt doordat een waterkoker met een hoog vermogen je water sneller kookt, eentje met een laag vermogen doet er langer over. Zo heeft een waterkoker van 2400 Watt 2,5 minuut nodig om een liter water te koken, terwijl eentje van 1700 Watt daar al vier minuten over doet.

Bij sommige duurdere waterkokers kun je de temperatuur instellen, zodat hij het water verwarmt tot bijvoorbeeld maximaal 60 graden. Dat is erg handig voor flesvoeding of voor als je een Cup-a-Soup neemt. Heeft jouw waterkoker geen temperatuurregeling, dan kun je je waterkoker eerder stoppen, door hem van de basis af te nemen of de stekker uit het stopcontact te trekken. Dan hoef je niet te wachten tot het water weer is afgekoeld.

Sommige oudere en goedkopere waterkokers hebben een zichtbaar verwarmingselement. Dit is een stalen buis die wordt verhit zodra je hem aanzet. Het nadeel hiervan is dat dit verwarmingselement altijd volledig onder het water moet staan. Anders verlies je warmte aan de lucht en niet aan het water. Bij een waterkoker waarbij het verwarmingselement in de bodem is verwerkt, heb je dit niet en kun je dus ook heel goed kleinere hoeveelheden water verwarmen.

Vaak vullen mensen voor slechts één kopje thee de waterkoker al helemaal of voor de helft. Dat is zonde van de energie. Omdat je waterkoker meer tijd nodig heeft om die grote hoeveelheid water te koken, kost dit meer energie. Probeer dus de hoeveelheid water zo goed mogelijk af te stemmen op wat je nodig hebt.